Middenin het Pieterskwartier heeft Ade Noviany haar tassenatelier aan de Langebrug. Op haar 22e kwam ze vanuit Indonesië naar Nederland voor haar studie grafisch design aan de kunstacademie (Koninklijke Academie voor Beeldende Kunst in Den Haag). Ze wilde graag kinderboeken gaan illustreren. Het was als meisje van buitenlandse afkomst heel moeilijk om daarmee verder te gaan.
Wat maakt jouw ambacht zo bijzonder?
Ik werkte in een interieurwinkel, waar ze hele mooie stoffen uit Italië en Engeland verkochten. Ik heb een tas gemaakt van stof die over was. Ze vonden haar fantastisch en wilde haar in de winkel laten staan. zij werd verkocht. Ik mocht er meer maken en in de winkel verkopen. Ik maakte tassen vooral voor mezelf. Ik wilde een tas die ik leuk en praktisch vond. Stof is vaak niet praktisch, ik ben gaan experimenteren met stukjes leer. Zo kwam ik steeds verder en het meeste heb ik mezelf aangeleerd.
Elke tas is uniek, ik maak nooit twee dezelfde. Dat vind ik niet leuk. Als iemand precies dezelfde tas wil, dan doe ik aan de binnenkant altijd iets anders, een soort twist. Ik maak tassen op bestelling. Mensen komen met hun wensen en dat maak ik. Dat is niet goedkoop, maar je wil niet 10 tassen. Vrouwen houden van tassen en schoenen, ik ook! Vaak willen vrouwen gewoon een goede, mooie en praktische tas voor op de fiets, in de auto of als ze ‘s avonds uiteten gaan. Samen met de klant kijk ik hoe iemand haar tas wil dragen, welke kleding stijl ze heeft en of ze veel loopt. Wat wil je met je tas doen, wat zijn de wensen? Ik kan het zo gek maken als ze willen. Alles is maatwerk. Ik maak niet alleen tassen voor vrouwen, maar ook voor mannen, zoals een Italiaan en een Japanner. Van die Japanner mocht ik helemaal los gaan met het ontwerp van de binnenkant. Die werd knalroze!
Elk mens is uniek en daar hoort ook een eigen unieke tas bij. Ik maak nooit iets dat ik zelf niet mooi vind. Ik probeer iets te maken dat iemand elke dag wil dragen. Ik ben goed in kleuren en texturen combineren. Als de buitenkant bruin is, dan moet de binnenkant er vanaf spatten. Mijn tassen zijn vrij bling maar ook rustig. Je moet er blij van worden, ook van de binnenkant. Je loopt er niet mee te koop maar het is mooi en subtiel. Als je de tas open doet, wow, wat mooi! Echt een statement!
Wat is het meest bijzondere dat je ooit hebt (mee)gemaakt?
Een klant die hier binnenkwam. Een vrouw van 79. Ze kwam hier een keer of 4. Ze verontschuldigde zich elke keer dat ze alleen maar kwam kijken. Ze vond alles heel mooi maar ook te duur. Bij haar 5e bezoek kwam ze met allemaal contant geld aanlopen, briefjes van 5. Ik krijg nog steeds tranen als ik daaraan denk. Ze vertelde dat ze gister jarig was geweest en aan haar kinderen en kleinkinderen geld had gevraagd voor een tas. Het was te weinig, maar ik zei gelijk dat het precies genoeg was. Ik wilde haar inpakken maar daar wilde ze niks van weten. Als ze de winkel uitliep wilde ze haar gelijk dragen. Als ik terugdenk aan mensen die hele bijzondere, dure tassen bestellen dan is dit moment veel dierbaarder. Het ontroerde me heel erg. Dat soort dingen, dat raakt me gewoon. Ik vind het nog steeds bijzonder dat ik als buitenlander een plekje heb verworven tussen alle kunstenaars die hier geboren zijn. Dat vind ik echt heel leuk.
Zit er toekomst in jouw ambacht?
Ik kan me niet voorstellen dat er geen tassen meer met de hand gemaakt gaan worden. Mensen hebben altijd tassen nodig. Ik denk niet dat ik met 67 met pensioen ga. Ik ben andere projecten aan het opzetten, zo maak ik m’n eigen kleding. En alles steeds duurzamer. Dat kwam ook door de lockdown. Ik ben gelukkig geen workaholic, want ik heb kinderen. Zonder kinderen zou ik altijd blijven doorwerken omdat ik het zo leuk vind. Door de lockdown moest ik mezelf bezig houden en ben ik kleding gaan maken. Ik gebruik de stoffen die ik heb van de tassen. Dat gaat goed samen.
Mijn werk vind ik heel leuk en ik hoop dat mijn kinderen dat ook gaan vinden. Sinds 11 jaar ben ik alleenstaande moeder. Een keerpunt: blijf ik in Nederland, dan wil iets doen waar ik blij van word. Dus besloot ik om door te gaan met tassen maken. Ook al verdien ik er niets mee, ik word er wel blij van en dat is belangrijker. Mijn werk voelt helemaal niet als werk. Ik verdien er misschien niet veel geld mee, maar ik ben wel heel trots op wat ik heb bereikt. Ik probeer dat ook mijn kinderen te leren: geld maakt niet altijd gelukkig.