Aan de Zuidsingel, vlakbij de Haven, zit het atelier van Pieter Onderwater, kunstenaar en poppenspeler. Het Leidse poppentheater is al ruim 60 jaar een begrip in Nederland. Naast het vertellen van de avonturen van Jan Klaasen en Katrijn, die hij samen met zijn vrouw opvoert in zijn Oudhollandse poppenkast, heeft Pieter ook marionettenpoppen. Je hebt hem vast wel eens gezien met zijn marionet met de viool in de Haarlemmerstraat in Leiden.
Wat maakt jouw ambacht zo bijzonder?
Marionet spelen en Jan Klaassen en Katrijn opvoeren is al eeuwen oud. Je hebt Punch en Judy in Engeland, Guignol in Frankrijk en Jan Klaassen in Nederland. Dat is klassiek poppenspel. Vroeger hadden ze niks anders. Er werden verhalen vertelt door een minstreel die liedjes zong over wat er allemaal gebeurd was in het land. Zo’n poppenkastspel bracht eigenlijk nieuws in de dorpjes en steden, want het was een reizend theater.
Dat is nog wel een beetje zo, alleen zit er nu een verhaal aan vast. Met humor en de actualiteit van de dag proberen we er een feestje van te maken voor jong en oud. Het is de truc om de kinderen bij het spel te houden. Daar moet het spannend en leuk voor blijven. Met een beetje pittige humor erin voor de volwassenen. Want als het leuk is voor de volwassenen dan blijven die ook staan kijken. Eigenlijk ben je heel goed in verhalen vertellen. Zelden een serieus verhaal, ja, het kan wel een serieus verhaal zijn, maar er moet wel altijd wel in gelachen worden. Want anders gaat het niet goed.
Dat kon mijn vader ook goed. Als klein ventje woonde ik op de Middelweg. Als er mensen op bezoek waren dan zei mijn vader altijd: dit is de zoon voor op de woning. Wat eigenlijk betekent dat ik het vak in mijn vingers had en mijn vader met goed gevoel de poppenkast en marionetten aan mij kon overlaten. Ik heb een leuke jeugd gehad, als een luis op een zeer hoofd. Toen ik een jaar of 20 was dacht ik: Jan Klaassen en Katrijn? Ik zag dat helemaal niet zitten. Ik kwam uit dienst en wist niet zo goed wat ik moest gaan doen. Ik had wat teken dingen gedaan, workshops en opleidingen. Het zou wat In de reclame of in iets met tekenen worden. Mijn vader had een pop voor mij gemaakt, hij zei: zo hoef je nooit zonder geld te zitten! Dat was de marionet met de viool.
Zit er toekomst in jouw ambacht?
Het poppenspelen heb ik van mijn vader en moeder, die speelde Jan Klaassen en Katrijn. Mijn vader Jan Klaassen, de politieagent, Bromsnor en noem al de mannetjes maar op van de poppenkast. Mijn moeder deed Katrijn, Prinses Paulientje en de dames. Dat is echt leuk. Ze hadden een reizend theater, ik ging vaak mee. Mijn vader had reuma, die kon op het laatst de poppenkast niet meer opzetten. Ze hadden het toentertijd gigantisch druk, dus hebben we de auto een beetje verbouwd. Ik reed en zette de poppenkast op en mijn ouders konden spelen. Als zij aan het spelen waren, nam ik de marionet mee en ging ergens anders staan. Op de terugweg zat mijn moeder achterin het kleine geld te tellen. Dat waren gouden tijden, dat was mooi toen.
Misschien is er wel een opleiding voor marionet spelen, maar ik denk toch dat het wel een beetje in je moet zitten. Er zijn weinig mensen die nu zouden zeggen, ik ga zelf poppen maken en die bespelen. Je moet het een beetje van huis uit meekrijgen. Ik weet niet beter. Ik was 3 toen ik al in de Leidse Courant stond: Pietertje met de pop van zijn vader. Daar weet ik niks meer van, maar die stukjes zijn allemaal bewaard. Bij ons thuis was het altijd poppenkast. Mijn vader zat vrijwel dagelijks, zeker ’s avonds, in zijn atelier om poppen te snijden en ik zat ernaast. Dan leer je het vanzelf. Als je mij nu een stukje balsahout geeft, dan snijd ik daar ook zo een kop uit. Ik heb er toevallig een gesneden voor op de vlaggenmast van de boot. Ik heb Jan Klaassen gesneden en verguld, dat ziet er wel heel chique uit. Soms moet ik een pop repareren, zoals die met de saxofoon, die had zijn been gebroken. Dat zijn poppen die mijn vader nog heeft gemaakt. Dan ontleed ik hem en zit ik te kijken, en denk: Jezus, wat is dat slim! Want dan heeft hij dat al zo vernuftig in elkaar gezet, dat is niet normaal.
Opvolging zit er niet in. Ik heb een dochter, maar die heeft nul interesse. Ik heb 2 bonus kinderen en 3 kleinkinderen, ik weet niet of er ben hen interesse is, ik denk het niet. Dat is wel jammer omdat daarmee de erfenis van mijn ouders stopt. Verkopen doe ik niet. Dat heeft mijn vader ooit gedaan. Die kreeg spijt en een jaar later had hij dezelfde poppen opnieuw gemaakt, maar dan een verbeterde uitgave. Misschien dat er ooit een museum komt die interesse heeft in de poppenkast.
We doen nog steeds optredens met de poppenkast, maar wel wat minder vaak. De laatste keer hebben we gespeeld op 30 april in Leiden op de Koornbrug. Dat was geweldig goed bezocht. Ik was aan het opbouwen, stond er helemaal niemand. Maar rond 10 uur was het in een keer vol, stond er 200 man. Die poppenkast leeft nog steeds. Dat vind ik een verdienste. We stonden altijd met 3 oktober. Mijn moeder heeft zelfs haar 50e jubileum gehaald, 50 jaar voor de 3 Oktober Vereniging opgetreden.
In België en Frankrijk word je gewaardeerd, daar is meer belangstelling voor poppenspel dan hier. Vroeger toen ik een jaar of 24 was ging ik met de pop naar Frankrijk. Als ik door mijn geld heen was, ging ik even met die pop op de Boulevard staan. Had ik weer mijn eten en drinken verdient die dag. Ik maakte daar wel mooie dingen mee. Stond ik opeens tussen de zigeuners uit Marseille, waar normaal gesproken niemand tussen komt. Maar ik stond met die viool, oh la la,la … Volwassen kerels met tranen In de ogen. Dat is mooi, dat zijn geinige dingen.
Wat is het meest bijzondere dat je ooit hebt (mee)gemaakt?
Daar heb ik goed over nagedacht, want ik heb best veel meegemaakt. Leuke en minder leuke dingen. Ik heb wel eens halve bezem op mijn hoofd gehad toen ik met een marionet stond. Ik was een stuk jonger, had lang haar en was net terug uit Zuid Frankrijk. Ik was goed gekleurd door de zon. Ik stond in Dedemsvaart te spelen op een braderie met een marionet, waarschijnlijk bij iemand voor de deur. Komt er een man met bezem dreigend op mij af: wegwezen jij, ik moet geen zigeuners voor mijn deur! Pats! Dat was gek, ik kwam net uit Frankrijk. Als je in Frankrijk met de marionet speelt, dan ben je een marionettist, een artiest. Daar werd je met alle egards ontvangen, ze vonden het prachtig. Dit is 30, 40 jaar geleden. Hier in Nederland was het vaak van oh, weer zo’n zwerver.
Het mooiste wat ik heb meegemaakt was een jaar of 3 geleden. Ik stond op de Haarlemmerstraat te spelen met de marionet met de viool. Het was tegen Kerst en ik speelde kerstliedjes en stond tegenover de Donkersteeg. Het was een uurtje of 4, het was al een beetje schemerig. Met mijn gezicht naar de Donkersteeg stond ik Ave Maria te spelen. Het was vrij rustig, bijna stil. Er komt een meisje aanlopen, helemaal in het wit, met een wit jurkje aan van een jaar of 5 – 6. Ze gaat voor de pop staan. Ze heeft een tasje en pakt heel klein portemonneetje uit dat tasje. Een wit portemonneetje en ze haalt er een euro uit en ze geeft zo die euro. Daarna doet ze weer een stapje achteruit en zegt: oh, zo mooi! En ze loopt weer door. Daar was geen moeder bij, niks. Dat is toch vreemd? Ik krijg er gewoon weer kippenvel van. Ze leek wel een engel. Toen ik thuis kwam, zei ik het tegen mijn vrouw: er was zoiets vreemds! Zo’n Shirley Temple meisje, weet je wel? Een prachtig kind! Dan denk ik ja Piet, grote vent, sta je toch met een brok in je keel. Ik zal het nooit vergeten.